In mijn blog “Inwerkingtreding Omgevingswet op 1 januari 2022: Doorrijden of toch even opletten?” is een fout geslopen, die ik wil rechtzetten om misverstanden te voorkomen.
In de opsomming van nieuwe raadsbevoegdheden na 1 januari 2022 is bij de laatste bullit gesteld:
- De raad op basis van de in de Omgevingsvisie opgenomen en in het Omgevingsplan vastgelegde ambities zo nodig Programma’s vaststelt om ambities alsnog of sneller te realiseren.
Dat is niet juist. Een programma is een op uitvoering gericht kerninstrument en daarmee een verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders (art. 3.6 Ow). In een programma wordt aangegeven welke ruimte er, gelet op de omgevingswaarde of de andere doelstelling, in een daarbij aangegeven gebied en periode beschikbaar is voor activiteiten.
Waarom ik deze bevoegdheid op deze wijze heb opgenomen in het rijtje aandachtspunten van de gemeenteraad komt voort uit artikel 3.15 Ow, waarin is aangegeven, dat in het omgevingsplan programma’s kunnen worden benoemd. Bij omgevingsplan kunnen programma’s worden aangewezen, die betrekking hebben op omgevingswaarden van de gemeente waarvoor in dat omgevingsplan een regel over het verlenen of weigeren van een omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit is gesteld.
Omdat de gemeenteraad het Omgevingsplan vaststelt, vraagt dit kerninstrument wel degelijk om de aandacht van de raad. Zeker als de raad haar Omgevingsvisie serieus neemt en zij programma’s ziet als middel om de geformuleerde ambities te halen.
Door het in het omgevingsplan programma’s te benoemen wordt dit kerninstrument serieus genomen en als middel gezien om te sturen op omgevingswaarden.