Stedelijke ontwikkeling kun je vergelijken met het oude ambacht van weven. Net als bij weven, vereist stedelijke planning een goed doordacht ontwerp waarbij elementen als functies, patronen en infrastructuur naadloos in elkaar moeten grijpen. Zonder een samenhangend plan ontstaat een onsamenhangend stedelijk weefsel, zoals nieuwbouwwijken zonder voorzieningen.
Omgevingswet en Integraliteit
De Omgevingswet is gericht op een integrale aanpak, waarbij verschillende aspecten van de fysieke leefomgeving in balans moeten zijn. Hierin speelt het nieuwe criterium van de Evenwichtige Toedeling van Functies aan Locaties (ETFAL) een cruciale rol. Het gaat hierbij niet alleen om woningbouw, maar ook om gezondheid, veiligheid en duurzaamheid. Het probleem is dat integraliteit vaak te groot en ongrijpbaar wordt gezien, terwijl het eigenlijk draait om basisprincipes, zoals in het weefambacht.
De Historische Stedelijke Weefsels
Onze steden en dorpen hebben een eigen ontstaansgeschiedenis, vaak organisch ontwikkeld door handel en geografie. De stedenbouwkundige patronen uit de tijd van de Hanzesteden of vestingsteden geven een herkenbare structuur aan het landschap. In de 20e eeuw, tijdens de wederopbouw, was er meer sprake van programmatische stedenbouw, waarin ruimte voor licht, lucht en voorzieningen centraal stond.
In die tijd waren buurtcentra en kleinschalige voorzieningen nog aanwezig, terwijl mobiliteit vooral op korte afstand plaatsvond. In de latere Vinex-wijken verdween dat aspect, en de nadruk op woningbouw leidde tot een tekort aan voorzieningen. Door deze eenzijdige focus dreigen wijken te verworden tot monoculturen. De oude patronen worden genegeerd en steden verliezen hun identiteit.
De Toekomst van Stedelijke Ontwikkeling
Bij de huidige opgave van grootschalige woningbouw is het van cruciaal belang om de stedelijke weefsels te begrijpen en respecteren. De opgave is groter dan alleen woningbouw; mobiliteit, klimaatverandering, de energietransitie en hitte-eilanden spelen allemaal mee. De vraag is of we door moeten gaan met het simpelweg volbouwen van de stad of dat we een meer integrale aanpak kiezen, waarin duurzaamheid en leefbaarheid hand in hand gaan.
De verleiding is groot om te kiezen voor snelle oplossingen zoals woontorens, maar deze doen vaak afbreuk aan het oorspronkelijke karakter van een stad. Een goede stedelijke aanpak moet voortbouwen op de bestaande structuren en functies van een stad. Dit vraagt om vakmanschap, net zoals in het weven.
Hoe Nu Verder?
De Nota Ruimte biedt drie basisprincipes: recht doen aan toekomstige generaties, recht doen aan schaarste, en recht doen aan eigenheid. Deze principes moeten niet alleen op nationaal niveau, maar ook lokaal worden toegepast. Gemeenten moeten zich realiseren dat een volgepropte stad met alleen woningen niet leefbaar is. De balans tussen woningbouw en voorzieningen moet worden hersteld.
Inbreien, waarbij bestaande structuren worden aangevuld, is een betere oplossing dan het ‘patchen’ van een wijk. Optoppen of het herbestemmen van gebouwen kan een goede manier zijn om het bestaande stedelijke weefsel te versterken, zonder de dynamiek van de stad te verstoren.
Respect voor de Eigenheid van Steden
Het behoud van identiteit is essentieel voor de kwaliteit van een stad. Ontwikkelingen moeten aansluiten op de bestaande stedelijke omgeving. Dit geldt zowel voor de 19e-eeuwse wijken als voor wederopbouwgebieden en landelijke dorpen. Nieuwe bouwprojecten mogen de samenhang van een wijk niet verstoren, maar moeten deze juist versterken.
De drie basisprincipes van de Nota Ruimte zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ze dwingen tot een integrale benadering van stedelijke ontwikkeling, waarbij participatie, functies en identiteit centraal staan. Alleen door deze elementen te verweven in het stedelijke weefsel, kunnen we zorgen voor duurzame en leefbare steden.
Samenhang Creëren
Om de stedelijke weefsels in stand te houden en verder te ontwikkelen, moeten we de complexiteit van de huidige opgaven serieus nemen. Participatie, het benutten van schaarse ruimte en het respecteren van de identiteit van een wijk zijn de sleutels tot een succesvolle stedelijke ontwikkeling. We moeten afstappen van het idee dat stedenbouw enkel draait om het bouwen van woningen.
Het is tijd om terug te gaan naar de tekentafel en de stad te behandelen als een weefsel. Elk nieuw project moet worden beoordeeld op basis van hoe het past in het grotere geheel, net zoals een nieuwe draad in een weefgetouw. Alleen door deze aanpak kunnen we een stad creëren die klaar is voor de toekomst, zonder het verleden te verloochenen.
Conclusie
De integrale aanpak van stedelijke weefsels vereist vakmanschap, respect voor bestaande structuren en een goed begrip van de ontstaansgeschiedenis. Net als bij het weven van een tapijt, vraagt stedelijke ontwikkeling om geduld, precisie en de juiste balans tussen verschillende elementen.
Door te werken volgens de principes van de Nota Ruimte kunnen we steden bouwen die niet alleen voldoen aan de eisen van vandaag, maar ook klaar zijn voor de uitdagingen van morgen. Het is tijd om de oude patronen te respecteren en de stad opnieuw te zien als een weefsel waarin elk element een cruciale rol speelt. Alleen dan kunnen we voorkomen dat onze steden vervallen tot zielloze monoculturen, en zorgen we voor een leefbare en toekomstbestendige omgeving.