Inleiding
Toen ik bij Ludanta als adviseur begon was ik ervan overtuigd, dat een visuele actuele weergave van een buurt of gebied een belangrijk hulpmiddel kan zijn voor het ondersteunen van participatieprocessen. Dat had Serious gaming mij voldoende getoond. Het middel (een applicatie) dat je daarbij gebruikt, moet dan wel aan bepaalde voorwaarde voldoen. De applicatie moet dynamisch worden ingericht om direct effecten te kunnen tonen en gevoed worden met bestendige informatie uit open databronnen. Het moet gaan om een transparant medium, waarin alle gebruikers/deelnemers (of spelers) steeds op de hoogte zijn en blijven van de ontwikkelingen en van alle positieve en negatieve effecten van activiteiten.
Gestuurd door onze opvatting over participatie en de kennis van de Omgevingswet (de werking en samenhang tussen de kerninstrumenten en informatiestromen uit betrouwbare databronnen) is gewerkt aan deze applicatie bij Urbo3D. Daarbij heeft steeds centraal gestaan, dat Urbo3D niet alleen een leertool moet zijn voor het Voortgezet Onderwijs, maar ook een slim digitaal hulpmiddel om gesprekken binnen het fysieke domein te ondersteunen en structureren.
Aanpak van Urbo3D
Als variant op Serious gaming Omgevingswet is op verzoek van Natuur- en Milieueducatie Den Haag dit “Klimaatspel” ontwikkeld voor middelbare scholen (en bewonersorganisaties). Het klimaat kent een aantal hinderlijke aspecten waar elke burger vroeg of laat intens mee wordt geconfronteerd. Zo is wateroverlast als gevolg van hevige en langdurige regenbuien een bron van zorg en veroorzaken de vaker voorkomende hittegolven in grote steden veel hittestress met bijkomende gezondheidsklachten.
Bovendien staat de samenleving voor een aantal maatschappelijke opgaven die er niet om liegen, zoals de aanpak van de woningnood, het op peil houden van het voorzieningenniveau, de bereikbaarheid, de bodemgesteldheid en recentelijk de energietransitie. En al deze ontwikkelingen beïnvloeden elkaar. Er is voor een gemeentebestuur en inwoners geen sprake meer van een vrij speelveld. Een positieve ontwikkeling in één thema kan op andere thema’s een negatief effect hebben. Toch moeten al deze opgaven in samenhang worden opgepakt en binnen een bepaald gebied leiden tot verbeteringen op zowel de klimatologische aspecten als bijvoorbeeld op het gebied van een bouwprogramma, voorzieningenniveau en bereikbaarheid.
Inrichting van de applicatie.
De applicatie wordt gevoed met open data en erkende rekenmodellen. Zo kan voor elke buurt kan een eigen (spel)situatie worden gecreëerd. Op basis van deze open data wordt een 3D-configuratie van een buurt samengesteld.
Elk object of stukje grond heeft en functie. Uit BAG & BGT zijn de bestemmingen, oppervlakten en inhoud en omvang van gebouwen weergegeven. Op basis van deze informatie is er ook een secuur overzicht van de verhoudingen verhard/groen/water. Met deze informatie kunnen ook andere conclusies worden getrokken over de verhouding verhard/groen of wellicht het gebrek aan open water. Dit alles afhankelijk waarvoor de applicatie wordt ingezet of welke opgave er ligt.
In het basisscherm toont een dashboard een legenda met algemene gegevens. Het dashboard geeft aan wat de stand van de fysieke leefomgeving is op de gekozen thema’s. In het klimaatspel gaat het om wateroverlast en hittestress. De scheiding tussen de rode en de gele zone geeft de wettelijke onder-of bovengrens aan.
Zo zal de zwarte lijn in dicht stedelijk gebied bij de omgevingswaarde hittestress in het rode deel staan en in groene wijken in de groene deel van de balk. In het dashboard (bruikbaar als monitoringstool van de gemeenteraad) kunnen dus de wettelijke grenswaarden worden getoond naast de basiswaarden (grens geel groen) en de ambitiewaarden (groene zone). Voor een deel is dit dus wettelijk bepaald, maar op een aantal aspecten kan de gemeente zelf ambitiewaarden bepalen.
In het klimaatspel is als spelelement ingevoerd, dat er een opgave ligt voor een toename van het aantal woningen met 15%. Dat als tegenhanger van de klimaatadaptieve maatregelen, die nodig zijn. Echter het alleen bouwen van woningen levert niet direct een score op. Op basis van de gegevens van Stipo (stedebouwkundige kengetallen) moeten er voor elke woning ook voorzieningen worden gebouwd (samengevat onder de noemer Welzijn). Als je dit scherm openklapt volgt er een overzicht van de feitelijke situatie in deze buurt. Van welke voorziening er al genoeg/teveel is en wat de buurt tekort komt. De opdracht gaat dus verder dan het alleen maar bouwen van woningen. Het gaat ook om het herinrichten van een buurt met oog voor het voorzieningenniveau. Bewoners willen in hun buurt boodschappen doen en sport bedrijven.
De basis/object kaart is de 3D-configuratie op basis van de open data van het Kadaster. Hiermee start elk spel of elke andere toepassing. Voorts is van belang dat men inzicht krijgt hoe de verschillende gebruiksfuncties zijn verspreid over de buurt en om welke buurten het gaat.
De gebruiksfuncties (opgehaald uit open data) zijn met een kleur weergegeven en daarmee eenvoudig te herkennen. Op deze wijze is het simpel om een functie waar een overschot van is te vinden en af te wegen wat daarmee zou kunnen gebeuren.
Als laatste onderdeel op het basisscherm zijn alle maatregelen opgenomen. Indien er de behoefte bestaat om iets te slopen dan moet er eerst bouwrijp worden gemaakt. Door deze maatregel aan te klikken, kan het object worden geselecteerd en in het pop-up-scherm “bouwrijp maken” worden aangeklikt. Het object verdwijnt en de betreffende kavel is beschikbaar voor een andere functie naar keuze.
En aantal maatregelen zoals “tuinen onttegelen”, “leg groen dak” en “bomen planten kunnen” direct worden uitgevoerd door het perceel of pand aan te klikken en de opdracht uit te voeren. De resultaten daarvan zullen op het dashboard direct zichtbaar zijn. De score van de woningbouw is dus afhankelijk van de realisering van daaraan gelieerde voorzieningen.
Het klimaatspel
In het spel zijn er vier rollen (Wonen, Economie, Groenbeheer en bewonersorganisatie). Naast een gezamenlijke opdracht (toename van de woningvoorraad met 15% + voorzieningen) heeft iedere rol ook klimaatdoelen. Elke speler heeft zo zijn eigen opgave en er zijn soms gedeelde maatregelen om deze opgaven in te vullen. De deelnemers zijn steeds op de hoogte van elkaars ontwikkelingen, zowel voor de gezamenlijke opgaven en de effecten als op de klimaatdoelstellingen. De maatregelen zijn over de vier rollen verdeeld,
De spelers hebben andere rollen en maatregelen en zullen in aanvang dus anders naar de gezamenlijk opgave kijken. Voor een goede balans tussen de ‘bouwopdracht’ en de klimaatdoelen en het optimaliseren van de score moeten de spelers overleggen. Tijdens het spel zal men ervaren, dat men elkaar nodig heeft en dat solitair handelen wel kan, maar niet tot gewenste effecten zal leiden. Zo leidt het bouwen van woningen automatisch tot de opdracht om ook voorzieningen te realiseren, zoals winkels of groen. De daarvoor gehanteerde stedenbouwkundige kengetallen zijn gebaseerd op de Kennisbank Voorzieningenscan van Stipo. Naast de klimaatadaptatie wordt op deze wijze ook gewerkt aan een complete buurt met de noodzakelijke voorzieningen. Het overleg kan leiden tot een gewenst evenwicht tussen bijvoorbeeld woningen of voorzieningen en maatregelen tegen wateroverlast. De vraag blijft steeds wat nog als “acceptabel” wordt aangemerkt.
Zoals aangegeven is het Klimaatspel ontwikkeld voor middelbare scholen, maar is zeker ook geschikt voor bewonersorganisaties. Op de scholen waar het spel is gespeeld, maakt het onderdeel uit van het lespakket als het nieuwe vak Sustainability en op andere middelbare scholen als onderdeel van het curriculum aardrijkskunde.
Doorkijk naar de toekomst
Het is voor Urbo3D duidelijk, dat in de huidige opzet de applicatie meer toepassingsmogelijkheden heeft. Toevoegen van het thema energie door het plaatsen van zonnepanelen en windmolens af zetten tegen het energiegebruik van een buurt biedt de mogelijkheid om te helpen bij keuzes binnen de energietransitie en het daarmee gemoeide ruimtebeslag
In veel buurten en wijken is voldoende bekend wat de intrinsieke kwaliteiten zijn en op welke thema’s men zich in de toekomst wil richten. Dat kan gaan over het behoud of uitbreiding van groen en water, maar ook op gebiedsontwikkelingen en woningbouwtransities. Aspecten als lucht-, water-, en/of bodemkwaliteit, het voorzieningenniveau, de fysieke veiligheid, bereikbaarheid, geluid kunnen – afgezet tegen de wettelijke normen en de gemeentelijke ambities – dienen als kader waarbinnen ontwikkelingen worden getest en getoetst op hun effecten.
Dat is dus voor de toekomst, maar de eerste ervaringen met het klimaatspel smaakt naar meer.