Iedereen kent het wel. Pootjebaden in zee. Niet iedereen weet dat dit niet zonder gevaar is. In zee gaan dicht bij golfbrekers of op plekken waar de zee rustig lijkt is gewoon gevaarlijk. Aan de oppervlakte is de zee rustig, maar door muien is de onderstroom richting zee verraderlijk. Voor je het weet voert de zee je af.
Ik gebruikt deze metafoor om uit te leggen hoe de implementatie van de Omgevingswet gaat. Iedereen begrijpt wat de bedoeling is en wil mee in de nieuwe richting. De werkprocessen, cultuur en verhoudingen binnen de organisatie zijn er echter nog niet aan toe of op ingericht. Dat is de onderstroom waar je rekening mee te houden hebt. Net zomin als het verstandig is om te gaan zwemmen bij een golfbreker heeft het zin om een hele organisatie te bewegen mee te gaan op een nieuwe koers. Daarentegen moet je net zoals dicht bij de golfbreker wel sterk op je voeten blijven staan. Bieden van weerstand aan onderstromen is moeilijk, maar kopje onder gaan is geen optie. Het is ook een lastige keuze. In Den Haag liep ik daar in 2015 al snel tegen aan bij de implementatie van de Omgevingswet.
Collega’s ervan overtuigen, dat het werk op zowel inhoud als organisatie gaat veranderen, lukt tot op zekere hoogte nog wel, maar ideeën doorvoeren vraagt echter een andere aanpak. De grote veranderopgave van de Omgevingswet is de noodzaak tot integraal werken, de ontwikkeling van participatie en het gebruik van nieuwe informatiestromen.
Het plaatje geeft dat prima weer. De realiteit is dat in veel situaties de drie elementen nog niet eens over elkaar schuiven, terwijl de opdracht is om ze geheel over elkaar heen te krijgen voor een goede uitvoering van de Omgevingswet. Dan moeten eenieder wel eerst goed begrijpen, wat deze elementen precies betekenen. Als dit plaatje de huidige situatie zou weergeven, wordt slechts bij een beperkt aantal onderwerpen aan alle drie de voorwaarden voldaan. Bewustwording is de basis voor een uitzichtvol implementatietraject. Dat zal echter niet in een keer gaan, omdat daar veel te veel dreiging vanuit gaat door de verschillende tempo’s van organisatieverandering, aanpassen van werkprocessen, HR-beleid e.d. De drang tot directe verandering moest eraf, om in ieder geval de snelle volgers te binden.
De dreiging moet er dus af. Als we toch willen pootjebaden, doe je er goed aan om de zee te bestuderen, te kijken of er gele of rode vlaggen wapperende en gevaren te vermijden. Ga dus halverwege twee golfbrekers en op plekken met golvende in zee. Geen dreiging, maar de beleving is hetzelfde.
Dat hebben we feitelijk in Den Haag ook zo aangepakt. We zijn gaan oefenen met de drie aspecten van de veranderopgave, maar niet op een wijze, die direct als bedreigend wordt ervaren en leidt tot een afhaakgedrag.
Dus veilig tussen de “golfbrekers” heeft Den Haag in samenwerking met Ludanta (inmiddels Urbo3D) een pilot ontwikkeld, die wel de elementen van de veranderopgave is zich had – en dus een goede oefenstof was voor de Omgevingswet – maar niet direct dreigend was voor de eigen werkomgeving. Bewustwording was de grote wens bij het uitrollen van de Serious Game Kijkduin. Een 3D-simulatiespel, waarbij de deelnemers worden geconfronteerd met de drie grote veranderingen van de Omgevingswet. Wat er met de eerste en tweede game is ontstaan, is een grote mate van bewustwording van de opdracht, die er voor iedereen binnen het fysieke domein ligt. De evaluatie van de game (met meer dan 900 deelnemers) laat zien, dat bij velen het besef zeker is ontstaan, dat integraal werken vraagt om verandering: een andere houding en gedrag. Dat is eenvoudig te constateren, maar daarmee is de verandering nog niet in gang gezet, omdat de organisatie is ingericht voor dagelijkse werkopdrachten, die nog steeds zijn gebaseerd op de sectorale inzet van inhoud en capaciteit. In een volgend artikel ga ik specifieker in op de inhoud en achtergronden van Serious gaming en waar dit inmiddels toe heeft geleid.